Schraard. Het Bloedwonder van
1414 te Schraard. Het dorp Schraard of
Skraard (in het Fries), anderhalve kilometer ten oosten van Wons (Wûns) onder
Witmarsum gelegen, is op een uit het begin van onze jaartelling aangelegde terp
gebouwd. Het uit warmgele kloostermoppen opgetrokken kerkje werd eem
pelgrimsoord nadat de pastoor en de vicaris in 1414 een bloedende hostie op het
altaar vonden als bewijs van de transsubstantie van brood en wijn in lichaam en
bloed van Christus. De paus erkende dit wonder en legde in een bul de aflaat
vast voor mensen die de kerk bezochten en daar offerden. Nadat de gereformeerden
de kerk in bezit hadden genomen, werden alle middeleeuwse kunstuitingen
vernietigd en raakte het verhaal van het wonder met de bloedende hostie in
vergetelheid. Alleen de prachtig besneden zijkanten van de eikenhouten banken in
het kerkje ontkwamen aan de barbaarse vernielzucht van de Beeldenstorm
overleefd.
Litt. Peter Karstkarel, Bedevaart van Wons over Skettens en Longerhouw naar
Schraard. Monument van de maand jaargang XIV nr. 1. Leeuwarden, St. Kultuer en
Toerisme Fryslân, 1999; Haro Hielkema, Trouw 26 mei 1999.
Bron: http://digiboek.50megs.com/nlsinten/sint_s.htm
http://www.meertens.knaw.nl
Schraard, Heilig Sacrament |
||
Cultusobject: | Heilig Sacrament | |
---|---|---|
Datum: | Diverse data gedurende het jaar | |
Periode: | Ca. 1410 - eind 15e eeuw (?) | |
Locatie: | Parochiekerk (patrocinium onbekend; thans N.H.) | |
Adres: | - | |
Gemeente: | Wûnseradiel | |
Provincie: | Friesland | |
Bisdom: | Groningen | |
Samenvatting: | Reeds kort na de bekendmaking van een sacramentswonder dat circa 1410 in Schraard zou zijn gebeurd, togen jaarlijks veel bezoekers naar de plaatselijke parochiekerk. Op verzoek van de plaatselijke pastoor verleende de paus in 1414 een aflaat aan het kerkbezoek. Of deze pauselijke aansporing tot gevolg heeft gehad dat de bedevaart nog enige tijd is blijven voortbestaan, is niet meer bekend. | |
Auteur: | Harm Oldenhof | |
Illustraties: | ||
Topografie | - Over de middeleeuwse parochie van Schraard is weinig bekend, zelfs
niet de naam van de patroonheilige. Reeds in de 12e eeuw stond hier een
kerk. Het later opgetrokken gotische kerkgebouw, in de 20e eeuw
gerestaureerd, markeert thans nog steeds het dorpscentrum en staat ten
dienste van de N.H. Kerk. |
|
Cultusobject | - Volgens de aflaatbrief betrof het cultusobject een geconsacreerde
hostie waaruit bloed was gevloeid. |
|
Verering | - Mede om het herstel van de aan het begin van de 15e eeuw vervallen
parochiekerk van Schraard te bevorderen, stond paus Johannes XXIII
('tegenpaus' tussen 1410 en 1415, in de bisdommen Luik en Utrecht als
wettig erkend) op 5 april 1414 een aflaat van 5 jaar en 200 dagen toe aan
degenen die, na biecht en communie, de kerk bezochten en een aalmoes voor
de kerk gaven. Als data voor een dergelijk bezoek noemt hij Kerstmis, het
feest van de besnijdenis (1 jan.), Epiphanie (6 jan.), Pasen, Pinksteren,
Hemelvaart en Sacramentsdag, alsmede de Mariadagen O.L. Vrouw Lichtmis (2
febr.), Maria boodschap (25 maart), O.L. Vrouw Hemelvaart (15 aug.) en
Maria Geboorte (8 sept.), St. Jan de Doper (24 juni), Petrus en Paulus (29
juni), Allerheiligen (1 nov.) en de kerkwijdingsdag. Bovendien stond hij
tijdens negen octaven van de belangrijkste feestdagen en tijdens de zes
dagen volgend op Pinksteren een aflaat van honderd dagen toe. - In de genoemde oorkonde uit 1414 wordt de aanloop tot de devotie en de aflaat uitvoerig meegedeeld. Het verhaal is hoogstwaarschijnlijk rechtstreeks uit het verzoekschrift tot verlening van de aflaat overgenomen. Gemeld wordt dat pastoor Jaricus van Schraard aan de paus heeft laten weten dat er eertijds op een van de altaren van de parochiekerk een geconsacreerde hostie gevonden werd die met bloed bespat was; hij en zijn vicaris zouden later gezien hebben hoe uit die hostie bloed vloeide, en hoe die bijna in bloed overging. Dat laatste zou ongeveer vier jaar tevoren, ca. 1410, hebben plaatsgevonden. De hostie werd volgens de oorkonde sindsdien met passend eerbetoon bewaard, en de toningen hiervan trokken jaarlijks een zeer grote menigte uit de omgeving aan heen. - Het effect van de aflaat lijkt gering geweest te zijn, mogelijk omdat Johannes in 1415 door het concilie van Konstanz weer werd afgezet. Wel verleende Eugenius IV in 1431 opnieuw een aflaat aan bezoekers, bedevaartgangers en weldoeners van de toen nog steeds vervallen kerk van Schraard. Ofschoon we ook van deze maatregel de uitwerking niet kennen, heeft het kerkgebouw in ieder geval, tot op de dag van vandaag, de tand des tijds doorstaan. Over een eventuele cultus van het sacrament na 1431 kan niets gezegd worden, omdat de bronnen hiervoor ontbreken. |
|
Bronnen en literatuur | A2 H. Reimers ed., Friesische Papsturkunden aus dem
Vatikanischen Archive zu Rome (Leeuwarden: Meijer en Schaafsma, 1908)
p. 30-31, 116. B R. Steensma, 'Geastlik libben yn Wûnseradiel', in: J.J. Spahr van der Hoek, Geakunde Wûnseradiel (Bolsward 1969) p. 142-144. C PJMI BiN-dossier Schraard |