Historie Schettens - Longerhouw
deel 177: 50-jarig jubileum Chr. school, deel VI
In 1922
bestond de Christelijke school te Schettens 50 jaar. Dit moest uiteraard
'herdacht' worden en bij deze gelegenheid hield de secretaris een voordracht
welke gelukkig (!!) in druk verscheen. In latere artikelen werd hier enige keren
naar verwezen, maar niemand dit het boekje in zijn bezit had. Totdat ik het een
paar jaar terug aantrof in het Gereformeerd Kerkarchief van Schettens-Longerhouw.
Dit archief is overigens momenteel nog onderdeel van de Bolswarder Gereformeerde
Kerk, doordat ze in 1971 fuseerden. De School op Gereformeerde Grondslag was dus
opgericht te Schettens op 5 februari 1872 en zal in 2022 dus 150 jaar bestaan...
De schrijver van het boekje was Douwe Simons Scheepsma, geboren te Schettens in
1849 en woonachtig op de boerderij te Bittens (nu fam. Politiek) waarvan hij
zelf de eerste steen nog mocht leggen. Scheepsma was dus begin 1922 reeds 71
jaar oud en heeft veel dus uit zijn eigen geheugen onthouden. Tenslotte had hij
een druk (vergader)leven, want hij was behalve landbouwer, gemeenteraadslid,
kerkvoogd en secretaris van de school.
Hieronder volgt het letterlijke verslag in meerdere afleveringen.
Begin Januari '89 kwam de kerk tot reformatie. Een paar leden van de Ver. bleven
kerkelijk onder het synodale juk aan de kerk opgelegd, krachtens organisatie
1816, de anderen voegden zich bij de doleerenden, ook 't hoofd der school, P.
Kurpershoek, die ouderling werd. De sympathie voor de school kreeg een hele
knak, ofschoon de schoolzaak met de kerkelijke beweging alszoodanig niets gemeen
had en er opzettelijk buiten gehouden werd. T. de J., voorzitter van het bestuur
der school, bedankt als bestuurslid 21 Dec. 1888 en 9 Dec. '89 als lid der
Vereeniging. Op 12 Feb. '89 benoemt de Ver. tot lid van het Bestuurd Tj. B.R
[1]., schoonzoon van T. de J
[2]. Deze bedankt, doch wordt 5 April d.a.v. weer benoemd. Men
stelde het zeer op prijs dat de Hervormden in het bestuur waren
vertegenwoordigd. Na een periodieke aftreding herkozen, heeft hij op aangename
wijze meegewerkt, om de belangen der school te bevorderen, tot hij 11 Maart '95
bedankt. In Dec. d.a.v. bedankte hij als lid der Vereeniging.
Op 3 Mei 1889, was een schrijven van de nieuwe kerkvoogden bij 't schoolbestuur ingekomen, waarbij werd voorgesteld, om de zorg van het onderwijs geheel over te dragen aan de Herv. Kerk alhier, waarop met alg. stemmen werd besloten: 'het voorstel niet aan te nemen. De vroegere kerkv. T. de J., J. de B [3]., en mijn persoon, hadden in '81 de oude school bestemd voor vergaderlokaal. Door 't nieuwe Collegie werd ze nu weer ingericht voor schoolgebruik. Tot dusver hadden wij er voor gewaakt, dat de schoolzaak niet onder verdenking kon komen, van propaganda te maken voor de kerkelijke beweging. Zelfs de schijn daarvan hadden we zorgvuldig vermeden. Maar van af het oogenblik, dat men met zekerheid wist, dat een breuk in de onderwijsaangelegenheid niet te keeren of af te wenden was, is op verzoek van de Ger. Kerk, de school afgestaan voor kerkelijk gebruik tegen behoorlijke vergoeding, zoodat van toenaf ook de zamenkomst voor den D. des W [4]., niet langer hoefde plaats te vinden in de timmerschuur van Runia [5].
Met
opening van de Herv. School verlieten zoowat de helft der leerlingen de school
der Vereeniging, tot zeer diepe smart van 't hoofd der school. De nieuwe
toestand kon toch moeilijk geacht worden in het welbegrepen belang van het
onderwijs te zijn. Voor dezen 3 klassen, nu kwam hij staan voor 6. Dubbele
krachtinspanning vereischt en het resultaat niet op hooger peil en daarbij
stinkende bij de Hervormden. Er werd in die dagen, en misschien ook later, nog
wel op de straat verteld: die doleerenden hebben de school gestolen. Niet alsof
het Bestuur zich van die praatjes wat aantrok, maar om den mond der
leugensprekers te stoppen, door alle mogelijke inlichtingen te geven, hebben we
alle Herv. ouders van schoolgaande kinderen, uitgenoodigd tot een vergadering,
waar alle ding volledig zou worden blootgelegd, met de stukken er bij. Niemand
verscheen.
Men wist trouwens ook wel beter. Alle besluiten, voor bijdragen uit de
kerkebeurs, waren steeds met eigen medewerking, op wettige wijze genomen.
In 1893, bij een vacature aan de Herv. school, wegens vertrek van 't hoofd, Van Beem [6], is onzerzijds een poging aangewend, om aan de gedeelte toestand op schoolterrein een einde te maken. Het bestuur bood aan kerkv. een voorstel aan van de volgende strekking: "De Vereeniging benoemt een hulpond., die zich geven wil om kerkelijke diensten bij de Herv. waar te nemen, diens salaris betalen de Herv. en schoolgeldheffing op gelijken voet voor alle kinderen". Het antwoord hierop was dit: "Wij achten uw voorstel in strijd met de belangen der Herv. Kerk". Geen toenadering.
wordt vervolgd
André A.
Buwalda
e-mail:
fam.aabuwalda@home.nl
HOMEPAGE:
www.andrebuwalda.nl
[1] Tjalle Bauke Reitsma (1862-1916), veehouder te Schettens
[2] Tjeerd de Jong (1818-1894), veehouder te Schettens
[3] Jan Douwes de Boer (1828-1902), veehouder te Schettens
[4] Dienst des Woords, een kerkdienst dus.
[5] Lieuwe Hendriks Runia (1844-1889), timmerman te Schettens
[6] Jan Willem van Beem (1846-1929), onderwijzer Hervormde school te Schettens van 1889-1893.